Mijn enkel heeft wat rust. Het is af en toe opeens weer dik, maar ik kan redelijk, maar voorzichtig lopen. Ik zet langzaam dingen op een rijtje, en wil met jullie mijn impressies tot nu toe delen. Dit kan het best door een paar situaties te beschrijven waar al van alles inzit. En gewoon door te schrijven wat er in me opkomt.
Uitje
Eergisteren ben ik met de taxi nog naar een restaurant gegaan, toch er even uit na een hele dag op het dakterras suffen, lezen en bloggen. De uren vlogen om, alles in slowmotion. Ik durfde een bodaboda niet aan nog, dus nam een taxi. Een paar mensen uit het guesthouse gingen naar een plek waar local Oegandees voedsel was, leek me leuk. Hoe gaat dat vervoer? Je regelt een taxi via Uber, een app. (Is overigens wereldwijd mogelijk) Je toetst de bestemming in en je krijgt een prijs te zien. De taxi kwam, maar we zaten ( natuurlijk) vast in het verkeer. Toen ik belde met mijn kennis, dat ik eraan kwam en dat de taxichauffeur het niet kon vinden, ondanks de routebeschrijving, bleek dat er in dat restaurant geen diner of buffet was, en zij gingen elders eten, ver van waar ik me bevond. Anderen van het guesthouse zaten op terras van Acacia Mall, bij Caffiserie, een muzungu plek, waar ook rijke Afrikanen komen, en dat was voor mij dichterbij. Ik was daar al eens ivm mijn simcard. Na ruim een uur kwam ik daar aan (op de bodaboda ws een kwartier/ 20 min) en moest ik meer dan het dubbele afrekenen dan vooraf was aangegeven. De Uber taxi rekent naar tijd en afstand. Dus kan het maar zo heel anders uitvallen. Misschien ben ik opgelicht want tegen 20.00 ging ik terug met drie anderen en betaalden we (het verkeer zat nog steeds vast en we deden er weer een uur over, je zou denken dat de spits afgelopen zou zijn, not) een heel stuk minder. Al met al is even eten een hele onderneming, niet zoals thuis, waar je op de fiets stapt en een daghap doet of een terrasje pakt. En het is soms ook moeilijk te verkroppen dat jij uiteten gaat van een bedrag waar een arme Oegandees een maand van kan eten.
Geduld en luxe
Dit is Afrika. Geduld en meeveren, het loopt nooit zoals gedacht.
Het eten op terras was trouwens heerlijk, gerookte zalm oa. Dat is hier nauwelijks te vinden. Hollandse prijzen. We zijn nog even langs een wat grotere supermarkt gegaan, wat dingetjes zoals avocado en chips met tomaatsmaak gehaald. Wederom gaat alles traag bij de kassa en krijg je tig bonnetjes en is er security die je bonnetje nakijkt. In de schappen lag half India, dingen die je bij ons niet eens in de toko vindt. Kaas is bijna onbetaalbaar, 8 euro voor een paar plakjes. Zuivel, echte boter, allemaal import en luxe.
Ondenkbaar
Ik denk dat ik niet kan beschrijven wat ik allemaal zie en meemaak, daarvoor moet je zelf gaan kijken. Maar wat opvalt is dat er weinig logica is. Er is overal heel veel personeel, er zijn duidelijk banen gecreeerd. De helft van de tijd hebben mensen niks te doen. En dan is er nog een grote groep die geen werk lijkt te hebben. Veel dingen begrijpen mensen niet. Je moet duidelijk vragen stellen. Het verschil in Engels is groot. Het is de nationale taal, maar mensen die van buiten de stad komen spreken echt slecht Engels. Zelf hebben ze het Luganda met een vijftigtal andere talen en dialecten. De hogeropgeleiden spreken goed Engels, de anderen op lager niveau.
De dingen die je vraagt komen vaak niet binnen, je moet het herhalen bijvoorbeeld bij bestellingen. In het camp op safari bijvoorbeeld waren we 2 nachten met 6 personen, maar de tweede dag geven ze ons maar voor 5 personen ontbijt. Gelukkig hadden we veel, dus deelden we (er was geen tijd meer om navraag te doen, de omeletten kwamen sowieso al per portie binnen en we moesten ook vragen om toast, dat vergaten ze, er stond alleen jam en koffie/thee). Professionaliteit of organisatietalent, ho maar. Wel willen ze geld, maar echt moeite om meedenken doen ze niet, ook als het gaat om faciliteren. De safari was wel goed geregeld, vast programma en de driver was meteen onze gids. Maar we zaten 80 km van een stadje of medische voorzieningen. Een van de Argentijnse jongens kreeg malaria (geen pretje om te zien) en we hadden het geluk dat we een ambulance zagen, die had medicatie bij zich… Hij knapte gelukkig snel op.
Personeel voert alleen uit wat een manager opdraagt. Als je een vraag stelt en ze weten het niet, dan blijft het erbij. Ik had een keer het geluk dat een vrouw iets na ging vragen; ze toonde initiatief. Dit alles is in onze (westerse) mindset onbegrijpelijk en ondenkbaar. Ik besef hoe effectief wij zijn ingesteld, geconditioneerd zelfs en hoe goed wij zijn opgeleid.
Onderwijs
Het onderwijsniveau is bar slecht. Veel kinderen krijgen nauwelijks scholing. Na 7 jaar kunnen ze pas lezen en schrijven, als ze al zover komen. Als rijke Oegandees ligt dit heel anders, voor hen zijn er luxe scholen beschikbaar. Mooie gebouwen vaak ook. Soms zag ik onderweg in dorpjes mensen leven in houten keten of ronde plaggenhut, overal zooi en ellende. Iets verderop zag je dan opeens een grote school op een groot landgoed, omheind. Maar ook zag ik kleine vervallen keetjes met een bordje ‘primary school’ en vaak staat er bij registration starts soon. (?) Soms was een school (of kerk) duidelijk gesponsord door een buitenlandse organisatie. Ook zie je hier tig borden met ‘university’ dit of dat, maar dit zijn geen erkende opleidingen, maar meer cursussen. Het wordt al snel universiteit genoemd…
Niets af
Een middenklasse ontbreekt in Oeganda (en ws in veel andere Afrikaanse landen). Je bent of mega-rijk (en vaak snobistisch) of je hebt niets.. In Kampala zie je veel dure auto’s, landrovers, 4 wheel drives en andere chique bakken en daar tussendoor rijden aftandse bodaboda’s, fietsen, mannen met gerafelde bloesjes, gore schoenen etc. Overal stof. Toch ziet het er ergens vaak verzorgd uit en kleurrijk. Kijk je dichterbij dan zie je de kraag die totaal versleten is. Of de broek genaaid waar scheuren zaten. (De vrouwen hebben mooie kleding aan, rokken/ jurken, modern en Afrikaans).
Zo is het ook in de verblijfsplekken. In het camp zag het er prachtig uit, maar de eerste ochtend kon ik niet douchen, was het water op of niet aangezet. Ik moest duidelijk zeggen dat ik de volgende ochtend wel graag wilde douchen en tandenpoetsen. En toen nogmaals herhalen, waarop de manager actie ondernam. Ze vergaten het gewoon. Het ziet er gelikt uit, maar de praktijk leert nog wel eens anders.
Omgeving
Bij guesthouses en camps is altijd beveiliging, ook bij banken, dag en nacht. De verdiensten zijn nihil, maar ze krijgen wel 2/3 x per dag eten. Ook is alles afgesloten met een hek, meer dan ik gedacht had. De arme mensen hebben dat niet. Zij leven in keetjes, in de slums in het riool of autowrakken, tussen het vuil. Overal zie je dezelfde gevels met Airtell of Africell, kampala cement, of een verfmerk met de kreet ‘color your world’. Zo lijken veel stadjes en dorpjes op elkaar. De mensen, marktjes maken het verschil. Een grote bonk aan kleur en beweging. Telefoons zijn belangrijk, al heb je niets, bellen doet iedereen. Of de telefoon over laten gaan.. Op elke straathoek kan je je tegoed laten opwaarderen in mini keetjes waar 1 persoon in past.
Wit
Contrasten, contrasten. Ik begin er aan te wennen. Kon ik echt van slag zijn van wat ik zag, of dit vooral ergens ver weg parkeren, nu merk ik dat ik meega in alles en dat ik het gevoelsmatig (mijn positie en de indrukken) een plekje moet geven. De muzungu, de Oegandees in arm en rijk en hoe zij elkaar zien/behandelen, de expats, vrijwilligers en de (sporadische) toerist. De mensen zijn vriendelijk, maar je bent en blijft wit. Ik blijf maar gewoon mezelf. Ik ben heel moe na de eerste week intensief Afrika.
Het regende en onweerde uren gisteren, de eerste keer dat ik het hier meemaak. Het is een ook stuk frisser.
Met de guesthouse bewoners is het gezellig, vandaag heb ik na het bezoek aan de craftmarket op de bodaboda heftige maagkrampen. Rustig aan dus nog.
Tot lees!